De wei
Vanaf het voorjaar tot de herfst voelt een paard zich als een vis in het water in een weide. Dit is voor de eigenaar minder arbeidsintensief, hoewel hij zich wel moet bekommeren om de afrastering, de hekken, de watervoorziening, het grasland en een beschuttingsplaats voor het paard.
Per paard moet minimum 0,5 hectare weiland worden voorzien.
De afrastering van het weiland kan gebeuren met verschillende materialen zoals prikkeldraad, gladde ijzerdraad, houten hek met stroomdraad… Dit laatste verdient veruit de voorkeur omdat de andere wijzen voor een paard of pony slecht zichtbaar zijn en het er zich aan zou kunnen kwetsen, terwijl een houten omheining duidelijk zichtbaar is en de stroomdraad ervoor zorgt dat paarden niet aan de omheining gaan knabbelen.
Het toegangshek is idealiter 3m breed en bevindt zich best niet in de hoek of in een laag drassig deel van de weide.
In de wei moet altijd voldoende water voorzien zijn. Een paard drinkt tussen de 30 en 60 liter water per dag. Extra krachtvoer kan in bakken in de wei worden gezet.
Het grasland, tenslotte, moet goed onderhouden worden. Om te voorkomen dat het snel dor is, kan je het weiland opdelen in drie stukken en een systeem van rotatiebegrazing hanteren. Paarden eten het liefst diepgewortelde grassen en kruiden. Het lekkerst vinden ze raaigras, timothee, beemdgras en zelfs bepaalde soorten onkruid. Als ze nauwelijks nog eten hebben, durven ze zich ook wel eens te goed doen aan onkruiden die giftig zijn zoals kruiskruid en sint-janskruid.
Maak jouw eigen website met JouwWeb