Mennen

Bij het mennen zijn de paarden met het rijtuig verbonden door middel van strengen en andere riemen die tot het paardentuig behoren. De menner of koetsier bestuurt de aanspanning door middel van de leidsels, die zijn verbonden met hetbit in de mond van het paard (vaak ook "stang" genoemd) of de paarden. Verder gebruiken koetsiers hun stem en de zweep om de paarden aanwijzingen te geven. Het geheel van koets, koetsier en paard(en) wordt een "aanspanning" genoemd.

Er kunnen één of meerdere paarden voor een rijtuig worden gespannen. Bij één aangespannen paard spreekt men van een enkelspan. Twee paarden naast elkaar wordt tweespan of dubbelspan genoemd. Twee paarden achter elkaar noemt men een tandem. Ook gebruikelijk is een vierspan, met twee voorpaarden en twee achterpaarden. Andere manieren van inspannen zijn minder gebruikelijk, zoals drie paarden achter elkaar (randem) of naast elkaar. Ook probeert men wel, bijvoorbeeld om het kunnen van de menner te bewijzen, zoveel mogelijk paarden voor een wagen te spannen.

    

Maak jouw eigen website met JouwWeb